Lenaerts-Heremans & CoLenaerts-Heremans & Co
Uw contact

nieuwsbrief@lenaerts-heremans.be





ACTUEEL

BEDRIJFSPROFIEL

ACCOUNTANTS

BELASTINGADVISEURS

NIEUWSBRIEF

MEDEWERKERS

JOBS

VERWANTE LINKS

CONTACT

HOME

Nieuwsbrief

Download de Nieuwsbrief Download de Nieuwsbrief

Nieuwsbrief december 2004




  • De laatste fase in de hervorming van de personenbelasting

    De hervorming van de personenbelasting, zoals besloten in de wet van 10 augustus 2001, is dit jaar in haar laatste fase getreden. De verschillende maatregelen werden gespreid over een periode van vier jaar en beoogden hoofdzakelijk: De vermindering van de fiscale druk op arbeidsinkomsten (onder meer via een daling van het toptarief in de personenbelasting tot 50%) en de vergroening van de fiscaliteit (via een aantal fiscale stimuli voor energiebesparende investeringen) werden de vorige jaren gerealiseerd.

    De laatste fase van de hervorming van de personenbelasting spitst zich toe op de maatregelen betreffende de neutraliteit van de fiscale druk ten aanzien van de gekozen samenlevingsvorm: Wij overlopen kort deze maatregelen, die gelden vanaf inkomstenjaar 2004 (aanslagjaar 2005).

    GELIJKSCHAKELING WETTELIJK SAMENWONENDEN MET GEHUWDEN

    Wettelijk samenwonenden onderscheiden zich van feitelijk samenwonenden doordat zij een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand.

    Wettelijk samenwonenden worden vanaf aanslagjaar 2005 volledig gelijkgeschakeld met gehuwden. Belangrijkste voordeel hiervan is dat zij toegang krijgen tot het fiscaal aantrekkelijke huwelijksquotiënt: afsplitsing van een gedeelte van de beroepsinkomsten naar de partner, die geen of lage beroepsinkomsten heeft, waardoor het inkomen terechtkomt in de laagste belastingschijven.

    Maar de gelijkschakeling heeft ook minder aantrekkelijke gevolgen. Zo worden wettelijk samenwonende partners, als gevolg van de gemeenschappelijke aanslag, in principe aansprakelijk voor elkaars belastingschulden.

    Feitelijk samenwonende partners blijven zoals voorheen fiscaal alleenstaanden.

    GELIJKSCHAKELING BELASTINGVRIJE SOM

    De belastingvrije som is de eerste schijf van het belastbaar inkomen die volledig vrijgesteld is van belasting. Tot het aanslagjaar 2004 is de belastingvrije som van een alleenstaande (waaronder begrepen wettelijk en feitelijk samenwonenden) beduidend hoger dan deze van een gehuwd persoon. Voortaan zal deze belastingvrije som voor iedere belastingplichtige gelijk zijn, namelijk (ongeïndexeerd) 4.095 EUR.

    VOLLEDIGE DECUMULATIE VAN DE BELASTBARE INKOMSTEN

    Tot vorig jaar werden de inkomsten van gehuwden (met uitzondering van de beroepsinkomsten) samengevoegd ongeacht het huwelijksvermogens-stelsel. Vanaf dit jaar geldt de regeling van de volledige decumulatie van de inkomsten. Iedere belastingplichtige, al dan niet gehuwd, (wettelijk) samenwonend of alleenstaand zal afzonderlijk belast worden op de inkomsten die hij of zij heeft behaald. In principe zal de belastingdruk voor gehuwden hierdoor verlagen, aangezien hun belastbare inkomsten in een lagere tariefschijf terechtkomen, dan wanneer al hun inkomsten worden samengeteld.

    Gehuwden en wettelijk samenwonenden zullen nog wel één gezamenlijke aangifte ontvangen, doch dienen hierin afzonderlijk te vermelden:

    Vanaf heden zal de vermogensrechtelijke situatie van gehuwden en wettelijk samenwonenden dan ook een heel belangrijke rol spelen bij de vaststelling van hun belastbaar inkomen. Indien wij de vorige jaren uw aangifte in de personenbelasting hebben verzorgd, zullen wij de komende maanden contact met U opnemen teneinde de noodzakelijke documenten te verzamelen die ons toelaten uw belastbare inkomsten op te splitsen tussen man en vrouw. Wij denken hierbij aan het huwelijkscontract of de samenlevingsovereenkomst, aankoopakten van onroerende goederen, schenkingsakten, successieaangiften, enz…



  • Sterfbedschenkingen

    Sinds 1 januari 2004 bedraagt in Vlaanderen het tarief van de schenkingsrechten van toepassing op schenkingen van roerende goederen tussen ouders en kinderen, tussen grootouders en kleinkinderen, tussen echtgenoten en tussen samenwonenden 3%. Het tarief van toepassing op schenkingen tussen alle andere personen, bedraagt 7%.

    Het betreft vlakke tarieven onafhankelijk van het bedrag van de schenking (d.i. de waarde die de geschonken goederen vertegenwoordigen).

    Een bijkomend voordeel - naast het lage tarief - is het feit dat de heffing van schenkingsrechten geldt als eindheffing. De geschonken goederen worden geacht het vermogen van de schenker definitief te hebben verlaten, ook al overlijdt de schenker kort na de schenking. Eens schenkingsrechten werden geheven, is heffing van successierechten niet meer aan de orde. Indien geen schenkingsrechten werden geheven op schenkingen gedaan in de periode van drie jaar vóór het overlijden, dan worden op de geschonken goederen alsnog successierechten geheven.

    Dat het nieuwe stelsel ook geldt bij schenkingen gedaan kort vóór het overlijden, heeft bepaalde auteurs er recent toe aangezet om over dit aspect in de media een waardeoordeel uit te spreken. Ze hebben het over "sterfbedschenkingen" of "last minuteschenkingen" die niet zouden mogen kunnen. Deze moraalridders stellen voor om het nieuwe stelsel bij te sturen. Daarbij kijken ze naar Nederland waar een "verdachte periode" geldt van 180 dagen vóór het overlijden. Schenkingen gedaan binnen deze periode helpen in Nederland niet om successierechten te vermijden.

    Andere auteurs pleiten ervoor om de spelregels van het nieuwe stelsel niet te wijzigen.

    Hoe dan ook, in november jongstleden heeft Vlaams minister van Financiën en Begroting, Dirk Van Mechelen, verklaard dat hij de wetgeving vooralsnog niet zal aanpassen.

    Zaak is dus om ervoor te zorgen dat de schenkingsrechten effectief werden geheven vóór het overlijden. Hetgeen niet alleen geldt voor sterfbedschenkingen maar ook voor schenkingen waarvan de onderhandse akte of de buitenlandse notariële akte niet eerder vrijwillig ter registratie werd aangeboden ingeval van schenkingen die dateren van nog geen drie jaar vóór het dreigend overlijden.

    Het zal er dus soms op aankomen om snel te handelen. Met het oog op vlugge registratie en dito kwijting van de schenkingsrechten, is het meegenomen dat de tussenkomst van een notaris niet vereist is ingeval de akte een handgift of een bankgift bevestigt.



  • Sociale bijdrage vennootschappen(soms) drastisch omhoog

    Voor een jaar of tien heeft de regering beslist een 'éénmalige' sociale bijdrage op te leggen aan vennootschappen. Tot vorig jaar was elke vennootschap jaarlijks dezelfde bijdrage verschuldigd, 335 EUR voor 2003. Teneinde het tekort in de sociale zekerheidsbegroting te dichten heeft de regering begin dit jaar besloten om de vennootschapsbijdrage afhankelijk te maken van het balanstotaal van de vennootschap. 'Grote' vennootschappen (met een balanstotaal boven 520.000 EUR) betalen voortaan 840 EUR. Voor 'kleine' vennootschappen werd de bijdrage vastgesteld op 347,50 EUR. Voor de beoordeling van de grens van 520.000 EUR dient gekeken naar het balanstotaal van het voorlaatste afgesloten boekjaar. Het balanstotaal van 520.000 EUR vormt het zoveelste criterium om onderscheid te maken tussen grote en kleine vennootschappen.

    De bijdrage dient uiterlijk op 31 december 2004 betaald te zijn.



  • De burgerlijke maatschap als instrument van estate-planning

    Stel u even de volgende situatie voor. Twee welstellende ouders denken erover een belangrijk deel van hun roerend vermogen (beleggingsportefeuille) op een fiscaal vriendelijke manier over te dragen aan hun twee kinderen.

    Zij weten dat een fiscaal vriendelijke overdracht van dit vermogen naar de volgende generatie kan door een schenking zonder betaling van schenkingsrechten (via handgift, bankgift of schenking voor Nederlands notaris; in dit geval moeten beide ouders nog drie jaar in leven blijven na de schenking om successierechten -tot 27%- te vermijden) of met betaling van een laag schenkingsrecht van 3% (met het voordeel dat over de schenking nooit meer successierechten zullen verschuldigd zijn).

    De ouders hebben echter een aantal bekommernissen. Zij zijn onder meer bevreesd voor een onzorgvuldig beheer van het weggeschonken vermogen. De kinderen kunnen het vermogen risicovol beleggen of zelfs het vermogen verkwisten. Verder wensen de ouders wel een belangrijk bedrag te schenken, doch met een maximaal behoud van inkomsten voor de verzorging van hun oude dag.

    Via de oprichting van een burgerlijke maatschap tussen de ouders en de kinderen kan worden tegemoet gekomen aan deze veelal terechte bekommernissen.

    De burgerlijke maatschap kan men eenvoudig omschrijven als "een overeenkomst waarbij twee of meer personen iets in gemeenschap brengen om er een bepaald doel mee te realiseren (bijvoorbeeld de instandhouding van een familiepatrimonium) en om hen daarmee een bepaald vermogensvoordeel te bezorgen."

    HOE PRAKTISCH TEWERK GAAN?

    De oprichting van de maatschap dient niet te gebeuren via notariële akte, maar door ondertekening van een onderhandse maatschapsovereenkomst (of statuten) tussen ouders en kinderen. Ofwel brengen de ouders het vermogen dat zij wensen te schenken, zelf in de maatschap. Waarna zij de in ruil verkregen maatschapsdelen schenken aan de kinderen. Eventueel behouden zij het vruchtgebruik van de maatschapsdelen, zodat zij levenslang de inkomsten van de maatschap aan zichzelf kunnen uitkeren.

    Ofwel doen de ouders eerst een schenking aan de kinderen, waarna de kinderen het vermogen in de maatschap brengen. De ouders doen ook een (bescheiden) inbreng in de maatschap, zodat zij ook vennoot worden van de maatschap. Aangezien de statuten meestal bepalen dat belangrijke beslissingen (bijvoorbeeld aanstelling nieuwe zaakvoerder) dienen genomen met eenparigheid van stemmen, behouden de ouders de facto de controle over het geschonken vermogen.

    STATUTEN EN FORMALITEITEN

    De statuten kunnen met een zeer grote vrijheid op maat van elke familie worden gemaakt. Zij regelen onder meer het doel, de zetel, de duur en de ontbinding van de maatschap, de winstverdeling, de beperkingen inzake de overdracht van maatschapsdelen, het bestuur, enz… Meestal wordt voorzien dat de ouders (opvolgend) statutair zaakvoerder zijn. Dit betekent dat zij onafzetbaar zijn zolang zij vennoot zijn van de maatschap.

    Een belangrijk voordeel van de maatschap is dat ze uiterst discreet en goedkoop kan functioneren. Er is geen inschrijving in de Kruispuntbank voor Ondernemingen en evenmin een BTW-registratie. De oprichting dient niet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De maatschap is niet verplicht een boekhouding te voeren noch een jaarrekening te publiceren.

    Omdat de maatschap geen rechtspersoonlijkheid bezit, wordt ze fiscaal transparant behandeld. Dit betekent dat de maatschap zelf niet belastingplichtig is, doch dat de inkomsten van de maatschap (intresten en dividenden) belast worden in hoofde van de vennoten. Wonen de vennoten in België, bedraagt de heffing dan ook 15% over intresten en 25% over dividenden. Wonen de vennoten in Nederland, dienen zij de waarde van hun maatschapsdeel aan te geven voor toepassing van de vermogensrendementsheffing (box 3), zelfs wanneer zij slechts blote eigenaar zijn van de maatschapsdelen….

    Er is geen inbrengrecht verschuldigd over het in de maatschap gebrachte vermogen. Bij beëindiging van de maatschap is geen liquidatieheffing verschuldigd.

    BESLUIT

    De burgerlijke maatschap vormt voor de schenker een perfect instrument om zonder al te veel formaliteiten enerzijds de controle te behouden (statutair zaakvoerder) en anderzijds levenslang de inkomsten te behouden van het geschonken vermogen (voorbehoud van vruchtgebruik). U dient er wel over te waken dat de maatschapsovereenkomst perfect volgens uw wensen wordt opgesteld.



  • Actualia op het vlak van BTW

    VERHOGING GRENS VOOR INDIENING KWARTAALAANGIFTEN

    Iedere BTW-belastingplichtige is verplicht om maandelijks een BTW-aangifte in te dienen. Zolang zijn jaaromzet de grens van 500.000 EUR niet overschrijdt, kan hij evenwel opteren voor kwartaalaangiften. Middels een koninklijk besluit van 23 augustus 2004 wordt de voormelde grens opgetrokken tot 1.000.000 EUR. Vanaf 1 januari 2005 zullen dan ook aanzienlijk meer belastingplichtigen in aanmerking komen voor kwartaalaangiften.

    In het kader van de fraudebestrijding worden belastingplichtigen uit bepaalde sectoren uitgesloten van de mogelijkheid tot het indienen van kwartaalaangiften, indien zij een jaaromzet realiseren van meer dan 200.000 EUR. Als fraudegevoelige sectoren worden aangemerkt:
    1. de levering van minerale oliën;
    2. de levering van "toestellen voor mobiele telefonie en computers alsmede hun randapparatuur, toebehoren en onderdelen";
    3. de levering van "landvoertuigen uitgerust met een motor onderworpen aan de reglementering betreffende de inschrijving".
    Zoals voorheen zijn kwartaalaangevers gehouden tot het betalen van voorschotten berekend op basis van de verschuldigde BTW over het verstreken kalenderkwartaal. Deze dienen te worden betaald vóór de 20ste van de 2de en 3de maand van ieder kalenderkwartaal.

    Zodra de belastingplichtige de drempel van 1.000.000 EUR (of 200.000 EUR voor vermelde sectoren) overschrijdt, is hij verplicht om meteen over te stappen op maandaangiften op het einde van het kwartaal waarin hij de drempel overschrijdt. De belastingplichtige dient zijn lokaal BTW-controlekantoor op de hoogte te brengen vóór de 10de van de maand volgend op het kalenderkwartaal waarin hij de grens heeft overschreden.

    Een belastingplichtige met een jaaromzet van (bijvoorbeeld) 800.000 EUR kan nu overstappen van maandaangiften naar kwartaalaangiften. Hiertoe dient hij voor het einde van dit jaar een gemotiveerd verzoekschrift in te dienen bij zijn lokaal BTW-controlekantoor. Na goedkeuring gaat de wijziging in vanaf 1 januari 2005. Dient hij zijn verzoekschrift slechts in de loop van volgend jaar in, kan hij slechts overstappen naar kwartaalaangiften vanaf 2006.

    Ook de overgang omwille van andere redenen (andere dan de overschrijding van de nieuwe grenzen) dient door de belastingplichtige te worden aangevraagd door een gemotiveerd verzoekschrift in te dienen bij het plaatselijk BTW-controlekantoor. Na goedkeuring geldt de overgang vanaf 1 januari van het jaar volgend op de datum van het verzoekschrift.

    OVERIGE NIEUWIGHEDEN



  • De anti-witwaswetgeving: een belangrijk instrument in de strijd tegen de fiscale fraude

    Indien u nog wil meedoen aan de fiscale amnestie, moet u zich haasten. Misschien komt er nog een technische verlenging die toelaat dit jaar opgestarte dossiers af te ronden begin 2005. Maar daarna is het definitief voorbij.

    Alhoewel er de laatste maanden een veelvoud aan dossiers werden afgewerkt, vergeleken met de eerste acht maanden van het jaar, zullen de oorspronkelijke begrotingsdoelstellingen lang niet worden gehaald. De Belg wantrouwt zijn overheid en zoekt en vindt vaak wel weer een 'oplossing' om de fiscus nog even buiten de deur te houden.

    Toch worden de mazen in het net alsmaar kleiner. De nakende inwerkingtreding van de Europese Spaarrichtlijn dwingt de belastingontwijker (of -ontduiker) naar verre oorden of speciale producten om de taxatie van de inkomsten van zijn spaargeld te vermijden. Hij dient er zich evenwel van bewust te zijn dat het in de toekomst alsmaar lastiger wordt om zijn zwarte centjes te gebruiken voor officiële transacties. En dit omwille van de alsmaar strengere anti-witwaswetgeving.

    De anti-witwaswetgeving is geen puur Belgisch fenomeen. Zij is gesteund op Europese richtlijnen zodat in de toekomst in de hele Europese Unie gelijkaardige wetgeving van toepassing zal zijn.

    De wetgeving bestaat enerzijds uit een repressief luik welk de witwasser en zijn medeplichtigen strafrechtelijk vervolgt, en anderzijds uit een preventief luik met een meldingsplicht voor bepaalde financiële en juridische beroepsbeoefenaars.

    Wanneer maakt iemand zich schuldig aan het misdrijf van 'witwassen'? Dit is vermeld in artikel 505 van het Strafwetboek. Kort gezegd komt het erop neer dat strafbaar zijn zij die gebruik maken van de opbrengsten van een misdrijf, zij die de opbrengst van een misdrijf in bewaring nemen terwijl zij de oorsprong ervan (moesten) kennen, zij die de illegale herkomst van gelden helpen te verbergen, enz…

    Terzake heeft het Hof van Cassatie op 22 oktober 2003 duidelijk gesteld dat ook de opbrengst van een fiscaal misdrijf (meestal 'de belastingbesparing') ook het voorwerp kan zijn van een witwasmisdrijf. Wie veroordeeld wordt, riskeert 5 jaar gevangenisstraf en verbeurdverklaring van het illegale kapitaal.

    Bovendien verjaart het witwasmisdrijf in principe niet. Telkens iemand opnieuw transacties verricht met van oorsprong illegaal geld (zelfs wanneer dit intussen in een 'legaal kleedje' is gehuld), pleegt hij feitelijk opnieuw een witwasmisdrijf. Als voorbeeld kan gedacht worden aan de aankoop van een onroerend goed via de uitkering van een Tak-23 verzekering, waarvan de premie gestort werd middels niet-aangegeven beroepsinkomsten.

    Teneinde witwassers op het spoor te komen verplicht de overheid niet alleen bankiers, maar ook accountants, belastingconsulenten, notarissen, advocaten enz… verdachte transacties te melden aan de witwascel. Tot nu toe valt uitsluitend de ernstige georganiseerde fiscale fraude (op internationale schaal en met gebruik van ingewikkelde mechanismen) onder deze meldingsplicht. Voor 15 december 2004 dient België echter op last van Europa haar wetgeving aan te passen zodat ook de 'gewone' fiscale fraude onder het preventieve luik van de anti-witwaswetgeving valt.

    Het wordt in de toekomst dan ook niet alleen moeilijk om gebruik te maken van uw zwart geld, maar zelfs om erover te praten met uw adviseurs…



  • Fiscale en boekhoudkundige eindejaarstips

    Uw vennootschap, praktijk of éénmanszaak sluit het boekjaar met een grote fiscale winst! Wat kan u nog doen voor het jaareinde?

    BEDRIJFSACTIVA

  • Afschrijvingsstelsel
    U schrijft nu lineair af (bijvoorbeeld jaarlijks 20%). Voor nieuwe investeringen tijdens het boekjaar 2004 kan U opteren voor degressieve (versnelde) afschrijvingen. Het degressieve afschrijvingspercentage bedraagt het dubbele van het lineaire afschrijvingspercentage, met een maximum van 40%. Een vrachtwagen die normaal over 5 jaar lineair wordt afgeschreven (20% per jaar), wordt degressief in 4 jaar afgeschreven, als volgt: 40-24-20-16. Personenwagens zijn uitgesloten van degressieve afschrijving.

  • Waardeverminderingen
    Stel dat uit recente expertises blijkt dat de boekwaarde van verschillende bedrijfsactiva hoger is dan hun marktwaarde. Dit betekent dat uw bedrijfsactiva minder waard zijn dan in uw boekhouding staat vermeld. Deze waardeverminderingen kan U boeken ten laste van uw resultaat.

  • Voorzieningen voor waarschijnlijke kosten
    Door de huidige staat van uw bedrijfsactiva overweegt U belangrijke herstellingskosten (bijvoorbeeld een dakherstelling) en grote onderhoudskosten (bijvoorbeeld schilderwerken) in het volgend boekjaar. U kan nu reeds hiervoor een fiscaal vrijgestelde provisie aanleggen.

  • Investeringen
    U plant belangrijke investeringen in het volgende boekjaar. Uw investeringsplan is klaar en alle offerten zijn in uw bezit. In die omstandigheden kan U best vandaag reeds beslissen om te investeren, uw bestelling plaatsen, de bijkomende aankoopkosten (transport, handelingskosten, rechten, taksen, niet-aftrekbare BTW …) en het voorschot betalen voor het jaareinde. De aankoopkosten en de afschrijving van het voorschot worden fiscaal aangenomen als beroepskosten van het lopende boekjaar. Er geldt een uitzondering wat betreft de bijkomende kosten bij de aanschaf van een personenwagen. Die moeten worden afgeschreven tegen hetzelfde ritme als de personenwagen.

    De nieuwe investeringen geven U desgevallend meteen recht op toepassing van de investeringsaftrek, ofwel eenmalig 3% over de investeringswaarde, dan wel gespreid 10,5% over het afschrijvingsbedrag gedurende de hele afschrijvingstermijn.

    U kan een belastingvrije investeringsreserve aanleggen. Deze is begrensd tot 50% van de gereserveerde winst van het boekjaar, met een absoluut maximum van 18.750 EUR. Een bedrag gelijk aan de investeringsreserve dient te worden geïnvesteerd in nieuwe materiële of immateriële vaste activa binnen een termijn van 3 jaar, die aanvangt op de eerste dag van het boekjaar waarvoor de investeringsreserve wordt aangelegd.

    VOORRADEN

    Uw voorraad omvat beschadigde, gedemodeerde, verouderde of minderwaardige goederen. Op dergelijke goederen mag een waardevermindering worden aangenomen in de mate dat hun boekwaarde niet daalt beneden de prijs die men zou ontvangen bij een uitverkoop.

    KLANTEN-LEVERANCIERS

    Er zijn betwistingen met klanten of leveranciers omtrent prestaties of leveringen tijdens het afgelopen boekjaar. Uw advocaat begroot voor het jaareinde uw potentieel verlies (schadevergoedingen, advocaat- en gerechtskosten). U kan hiervoor reeds een voorziening aanleggen ten laste van uw resultaat. Hetzelfde geldt voor betwiste vorderingen en vorderingen op cliënten, waarvan U kunt aantonen dat het waarschijnlijk is dat zij hun verplichtingen niet zullen kunnen nakomen (bijvoorbeeld wegens een dreigend faillissement).

    PERSONEEL

    Vergeet de provisie vakantiegeld niet te boeken. Deze bedraagt voor bedienden 18,80% van de vaste en veranderlijke bezoldigingen van het afgelopen boekjaar. Voor arbeiders bedraagt deze 10,27% van de toegekende bezoldigingen maal 108%.

    BEDRIJFSLEIDERS

    Als aandeelhouder van uw vennootschap kan U in de algemene vergadering van 2005 nog beslissen tot de toekenning van een tantième lastens het resultaat van het boekjaar 2004. Voor uw vennootschap is het tantième aftrekbaar van de winst van het boekjaar (2004). In uw hoofde wordt het tantième belast in het jaar dat ze is toegekend (2005). Het spreekt vanzelf dat dit dient te kaderen in een optimalisatie tussen uitkering salaris (onderworpen aan personenbelasting en sociale bijdragen als zelfstandige) en winstreservering met latere dividenduitkering (onderworpen aan vennootschapsbelasting en later roerende voorheffing).

    De vennootschap kan nog voor het jaareinde een groepsverzekering afsluiten of een interne pensioenbelofte (pensioenopbouw in eigen beheer) aangaan ten gunste van haar bedrijfsleider.

    KOSTEN VAN HET BOEKJAAR, BETAALBAAR IN HET VOLGEND BOEKJAAR.

    Indien U in 2005 nog facturen verwacht voor prestaties van 2004, kan U deze reeds boeken via overlopende rekeningen en ten laste nemen van uw resultaat. Ik denk hier bijvoorbeeld aan nutsvoorzieningen, telefoonrekeningen, enz… maar ook aan accountantskosten. De factuur voor de opstelling van de jaarrekening 2004 en de aangifte vennootschapsbelasting volgt vaak slechts halverwege 2005, terwijl het werkzaamheden betreft die feitelijk drukken op het afgelopen boekjaar.

    EN?

    Blijft er toch nog een fiscale winst over en heeft U onvoldoende belasting voorafbetaald, adviseren wij U het verschuldigde belastingssupplement te laten berekenen en te betalen. Zoniet riskeert U een belastingverhoging (6.75 % voor aanslagjaar 2005) wegens onvoldoende voorafbetalingen. Als het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar, kan U nog een laatste voorafbetaling doen vóór 20 december aanstaande.



  • Administratieve boeten wegens laattijdig neerleggen jaarrekeningen

    De meeste vennootschappen zijn verplicht hun jaarrekening bij de Nationale Bank van België neer te leggen binnen de maand na goedkeuring door de algemene vergadering, en ten laatste 7 maanden na de datum van afsluiting van het boekjaar. Sinds 17 april 2003 voorziet het Wetboek van Vennootschappen in een stelsel van administratieve boeten voor vennootschappen die vermelde publicatieplicht niet tijdig nakomen.

    Voor grote vennootschappen bedraagt de boete 200 EUR per (begonnen) maand vertraging, met een maximum van 1.200 EUR. Voor kleine vennootschappen bedraagt de boete 60 EUR per (begonnen) maand vertraging, met een maximum van 360 EUR.

    Voor het Wetboek van Vennootschappen kwalificeren als kleine vennootschappen: vennootschappen die minder dan 100 werknemers tellen en niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden:
    - jaaromzet (excl. BTW): 6.250.000 EUR
    - balanstotaal: 3.125.000 EUR
    - gemiddeld personeelsbestand: 50.

    De boete zal niet worden ingevorderd wanneer de betreffende vennootschap uiterlijk binnen de 15 dagen na het verstrijken van de termijn van 7 maanden, bewijst dat de laattijdige neerlegging te wijten is aan overmacht. Hiertoe dient een aangetekend verzoekschrift te worden gericht aan de Federale Overheidsdienst Economie met vermelding van het verwachte uitstel en met toevoeging van alle bewijsstukken die de ingeroepen overmacht kunnen staven.

    Uit een recent K.B. van 12 oktober 2004 blijkt dat het de administratie menens is met de invordering van deze boeten voor de jaarrekeningen afgesloten per 31/12/2002 en 31/12/2003. Gezien de laattijdige publicatie van dit uitvoeringsbesluit hebben wij als kantoor onze bezwaren geformuleerd bij de bevoegde instanties.

    Indien wij voor U de jaarrekening per 31 december 2004 dienen voor te bereiden, wensen wij nu reeds via deze weg bij U erop aan te dringen ons zo vlug mogelijk alle gegevens te bezorgen die noodzakelijk zijn voor de voorbereiding van de jaarrekening.