Nieuwsbrief
Nieuwsbrief juni 2010
- PERSONENBELASTING
Aangifte in de personenbelasting
Belastingvrije voordelen in hoofde van de bedrijfsleider
Buitenlandse dagvergoedingen
Buitenlandse interesten: binnenkort gedeeltelijk vrijgesteld?
- VENNOOTSCHAPSBELASTING
DBI: het nieuwe artikel 205 §3 WIB92
- BTW
BTW op terrein bij aankoop van een gebouw
Elektronische facturatie
- SUCCESSIERECHT
Vrijstellingsregime in het successierecht voor familiale ondernemingen: (tijdelijk) versoepelde voorwaarden
- VENNOOTSCHAPSRECHT
De Startersbvba of S-BVBA
25% Toonderaandelen of gedematerialiseerde aandelen in niet-genoteerde vennootschappen
- PROCEDURE
Uitbreiding onderzoeksbevoegdheden van de fiscus
- SOCIAAL
Addendum: nieuwe Europese verordening inzake de toepassing van de sociale zekerheidswetgeving (Verordening 883/2004)
Sociale bijdragen zelfstandigen
Vennootschapsbijdragen 2010
- TOPIC
Studenten tewerkstellen in uw vennootschap: wat zijn de mogelijkheden?
Aangifte in de personenbelasting
Voor het aanslagjaar 2010 (inkomstenjaar 2009) brengen wij u graag volgende belangrijke data in herinnering:- Indien u uw aangifte in de personenbelasting per post indient, dan moet u deze ten laatste bij de administratie doen toekomen op 30 juni 2010.
- Dient u uw aangifte elektronisch (via Tax-on-web) in, dan heeft u hiervoor tot 15 juli 2010 de tijd.
- Laat u uw aangifte door een mandataris indienen, dan is de uiterste indieningsdatum 31 oktober 2010.
Belastingvrije voordelen in hoofde van de bedrijfsleider
Het is u wellicht bekend dat sinds 1 januari 2007 een vennootschap onder bepaalde voorwaarden maaltijdcheques kan toekennen aan haar bedrijfsleider zonder dat hij/zij hierover belasting en sociale bijdragen verschuldigd is. Er zijn echter nog andere voordelen die hetzelfde fiscaal en sociaal gunstig regime genieten. Het gaat met name om sport-, cultuur-, en ecocheques. Meer informatie over de voorwaarden waaraan voldaan moet worden kan verkregen worden op ons kantoor.Buitenlandse dagvergoedingen
Bij Ministerieel Besluit van 23 maart 2010 werd een nieuwe lijst van dagvergoedingen vastgesteld. Deze nieuwe lijst geldt vanaf 1 april 2010. Ter informatie geven we hierbij een opsomming van de vergoeding voor de meest voorkomende landen:Nederland: | 93 EUR |
Frankrijk: | 95 EUR |
Duitsland: | 100 EUR |
Verenigd Koninkrijk: | 100 EUR |
Luxemburg: | 92 EUR |
Spanje: | 87 EUR |
Verlies niet uit het oog dat aan de belastingvrije toekenning van een dagvergoeding voor een buitenlandse dienstreis voorwaarden gekoppeld zijn, alsook dat het bedrag beperkt moet worden indien in de factuur van de overnachting reeds maaltijden begrepen zijn.
Buitenlandse interesten: binnenkort gedeeltelijk vrijgesteld?
In België zijn de interesten uit gewone spaardeposito’s tot 1.730,00 euro (inkomsten behaald in 2010) vrijgesteld van personenbelasting. Deze vrijstelling is echter enkel toepasselijk wanneer de interesten van een Belgische bank afkomstig zijn. Interesten afkomstig van een buitenlandse bank genieten deze vrijstelling niet. De Europese Commissie heeft nu besloten België hiervoor voor het Hof van Justitie te dagen.DBI: het nieuwe artikel 205 §3 WIB92
Wanneer een vennootschap participeert in een andere vennootschap, ontstaat er risico op dubbele belasting: enerzijds moet de uitkerende vennootschap het bedrag van de dividenden in haar belastbare basis opnemen, anderzijds moet de ontvangende vennootschap het dividend bij de belastbare winst voegen.Om dit probleem op te lossen volgt de wetgever de Europese “moeder-dochter”richtlijn, die toeziet op de belastingvrije dividenduitkeringen, onder bepaalde voorwaarden.
Winst die wordt uitgekeerd in de vorm van een dividend en reeds definitief belast werd bij de uitkerende vennootschap kan immers van de winst van de ontvangende vennootschap worden afgetrokken (DBI-aftrek).
Een probleem stelde zich echter bij verlieslatende vennootschappen en vennootschappen wiens belastbare winst de volledige DBI-aftrek niet kon dekken, waardoor het recht op DBI-aftrek verloren ging en de vennootschap uiteindelijk toch dubbel belast werd. In een arrest van het Hof van Justitie van 12 februari 2009 (Cobelfret-arrest) oordeelde het Hof dat dit niet verenigbaar is met het Europees recht.
De fiscale administratie legde zich neer bij deze uitspraak en vaardigde twee circulaires uit (Ci.RH. 421/597.150 van 23 juni 2009 en AFZ 2006/0549 van 12 oktober 2009) waarin werd bevestigd dat de DBI-aftrek onbeperkt overdraagbaar is van het ene belastbare tijdperk naar het andere, weliswaar tot 95% van het ontvangen dividend, en dit voor dividenden ontvangen van vennootschappen die in de EER gevestigd zijn, inclusief België, of in een land waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft afgesloten dat in gelijke behandeling van dividenden voorziet.
De DBI-aftrek met betrekking tot andere dividenden mag bij voorrang worden toegepast, vermits deze niet overdraagbaar is.
Met de Wet van 21 december 2009 werd de overdraagbaarheid van de DBI-aftrek ook in de wet ingeschreven in een nieuwe paragraaf 3 van artikel 205 WIB92. De wetswijziging is van toepassing met ingang van 01.01.2010.
Niet uit het oog te verliezen zijn de voorwaarden waaraan moet worden voldaan opdat de DBI–aftrek van toepassing kan zijn. De belangrijkste zijn de volgende:
- Minimum participatie van 10% van het totaal aantal aandelen of minimum participatie ter waarde van 2.500.000 euro.
- De participatie moet gedurende een minimumperiode van één jaar aangehouden worden in volle eigendom.
- De dividenduitkerende vennootschap moet aan de vennootschapsbelasting of aan een gelijkaardige belasting onderworpen zijn.
Wat met DBI-overschotten van voorgaande jaren? Zolang er geen aanslag is gevestigd tussen het oorspronkelijk belastbaar tijdperk van de overdracht en het belastbaar tijdperk waarvoor de overdracht kan worden afgetrokken, kunnen de DBI-overschotten van voorgaande jaren worden afgetrokken en overgedragen. Dit kan zich voordoen wanneer er zich tussen deze belastbare tijdperken verliezen hebben voorgedaan waardoor er geen aanslag is geweest op belastbare winst. In de andere gevallen kan tegen niet-definitieve aanslagen alsnog een bezwaarschrift worden ingediend of een verzoek tot ambtshalve ontheffing.
BTW op terrein bij aankoop van een gebouw
Wanneer met toepassing van BTW een gebouw wordt aangekocht met een bijhorend terrein, dan zal op de aankoopprijs van dit terrein eveneens BTW verschuldigd zijn wanneer het een terrein betreft “waarvoor de toelating werd verkregen om erop te bouwen en dat door éénzelfde persoon wordt overgedragen tegelijk met het gebouw waartoe het behoort”.Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2011.
Elektronische facturatie
Sinds 1 januari 2010 mogen in België facturen zowel op papier als elektronisch verzonden worden. Elektronisch factureren werd voorheen reeds toegelaten, maar in de praktijk werd er omwille van de strenge voorwaarden weinig gebruik van gemaakt.Naast het gebruik van de elektronische handtekening, laat de nieuwe regelgeving nu ook toe om facturen bijvoorbeeld in pdf-formaat per e-mail te verzenden, mits aan volgende vereenvoudigde voorwaarden wordt voldaan.
- De klant moet steeds voorafgaand een schriftelijk akkoord geven tot elektronische facturatie.
- Net zoals de papieren factuur, moet ook bij de elektronische factuur de authenticiteit van de herkomst, de integriteit van de inhoud en de leesbaarheid ervan gewaarborgd blijven. U heeft wel de vrije keuze in de manier waarop u aan deze waarborgen voldoet.
- Gezien facturen moeten bewaard worden in de vorm waarin ze werden verstuurd, kunnen deze facturen enkel in elektronische vorm juridisch correct bewaard worden. Een papieren versie ervan bij uw papieren archief voegen is dus niet voldoende.
Vrijstellingsregime in het successierecht voor familiale ondernemingen: (tijdelijk) versoepelde voorwaarden
Sinds 1 januari 2000 kunnen in Vlaanderen de activa van, de aandelen in en de vorderingen op een familiale vennootschap vrij van successierechten worden vererfd door de erfgenamen.Om deze vrijstelling te kunnen genieten, moest voorheen voldaan zijn aan drie voorwaarden: een participatievoorwaarde, een tewerkstellings- of loonlastenvoorwaarde en een voorwaarde van kapitaal.
Omwille van de economische crisis werd het echter voor vele bedrijven niet meer mogelijk te voldoen aan de tewerkstellings- of loonlastenvoorwaarde. Deze voorwaarde vereiste immers dat in de periode van drie jaar voor het overlijden (de constitutieve periode) de vennootschap minstens 500.000 euro aan loonlasten had uitbetaald en dat de vennootschap in de periode van vijf jaar na het overlijden (de garantieperiode) ook minstens 5/3e van deze loonlasten zal uitbetalen.
Gedurende de vermoedelijke duur van de economische crisis (van eind 2008 tot minstens eind 2011) wordt deze voorwaarde op nul gezet.
Concreet betekent dit:
- dat de vrijstelling van de voorwaarde van tewerkstelling tijdens de garantieperiode geldt voor nalatenschappen die openvallen tussen 1 januari 2004 en 31 oktober 2007 (op 1 november 2007 trad namelijk pas de loonlastenvoorwaarde in werking)
- dat de vrijstelling van de voorwaarde van loonlasten tijdens de garantieperiode geldt voor nalatenschappen die openvallen tussen 1 november 2007 en 31 maart 2011.
- dat de vrijstelling van de voorwaarde van loonlasten tijdens de constitutieve periode geldt voor nalatenschappen die openvallen tussen 1 april 2009 en 30 juni 2014.
Zo blijkt de sterfdatum van de erflater een impact te hebben op het al dan niet verkrijgen van de vrijstelling in de successierechten.
De Startersbvba of S-BVBA
De S-BVBA is ingevoerd bij Wet van 12 januari 2010 (B.S. 26 januari 2010) en is in werking getreden op 1 juni 2010. Met deze S-BVBA wou de wetgever een aanbieden die toegankelijk is voor startende ondernemers. In deze vennootschapsvorm is er immers geen “ontmoedigende” kapitaaldrempel. Anderzijds wou de wetgever geen afbreuk doen aan de garanties voor schuldeisers en consumenten met als gevolg dat een aantal bijkomende regels werden ingevoerd.De belangrijkste kenmerken van de S-BVBA zijn de volgende:
- De oprichters mogen enkel natuurlijke personen zijn.
- De oprichters mogen niet meer dan 5% van de aandelen hebben in een andere vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, zoals bv. een BVBA of een NV.
- Er mogen niet meer dan vijf voltijdse medewerkers (VTE) in dienst zijn.
- Er moet een gecontroleerd financieel plan worden opgemaakt dat aan bepaalde minimumvereisten moet voldoen. Deze minimumvereisten werden vastgesteld in een Koninklijk Besluit van 27 mei 2010 (B.S. 31 mei 2010) dat bepaalt dat het plan moet bestaan uit minstens vier delen: een beschrijving van de op te starten vennootschap, een geprojecteerde balans, een geprojecteerde resultatenrekening en een geprojecteerde vermogensstromentabel.
- Het geplaatst kapitaal moet minimum 1 EUR bedragen (met een minimumvolstortingsverplichting van 1 EUR) doch mag niet hoger zijn dan 18.550 EUR.
- Men mag maar 1 S-BVBA oprichten. De sanctie in geval van oprichting van meerdere S-BVBA’s is de hoofdelijke aansprakelijkheid van de oprichters.
- De S-BVBA dient verplicht te worden omgezet naar een andere vennootschapsvorm bij het verstrijken van 5 jaar na de oprichting of zodra er meer dan vijf werknemers in dienst zijn.
- Na het verstrijken van een termijn van 3 jaar na de oprichting bestaat een hoofdelijke aansprakelijkheid van de vennoten t.a.v. derden voor het verschil tussen het minimumkapitaal en het bedrag van het geplaatst kapitaal.
- Bijzondere faillissementsaansprakelijkheid: Gaat de S-BVBA failliet binnen de 3 jaar na de oprichting, dan kunnen de oprichters aansprakelijk gehouden worden voor de onbetaalde schulden indien het “eigen vermogen van de vennootschap en de ondergeschikte middelen” bij de oprichting kennelijk ontoereikend waren voor de normale uitoefening van de voorgenomen bedrijvigheid voor tenminste twee jaar.
- Jaarlijks dient tenminste 25% van de nettowinst gereserveerd te worden voor de vorming van de wettelijke reserves. Deze verplichting vervalt slechts wanneer het geplaatst kapitaal en het reservefonds samen EUR 18.550 bedragen.
Gelet op deze bijkomende regels die worden opgelegd is de S-BVBA minder aantrekkelijk dan op het eerste zicht zou lijken.
25% Toonderaandelen of gedematerialiseerde aandelen in niet-genoteerde vennootschappen
Sinds 1 januari 2008 is enkel nog de creatie van effecten op naam en gedematerialiseerde effecten mogelijk. Effecten aan toonder mogen dus niet meer worden uitgegeven. Bovendien moeten de bestaande effecten aan toonder omgezet worden in effecten op naam of gedematerialiseerde effecten.Voor deze omzetting zijn er 2 termijnen voorzien. Effecten aan toonder uitgegeven tussen 23 december 2005 en 1 januari 2008 moeten uiterlijk 31 december 2012 worden omgezet. Voor effecten aan toonder uitgegeven vóór 23 december 2005 loopt de termijn tot 31 december 2013.
Nieuw is bovendien dat personen die 25% of meer van de stemgerechtigde aandelen van een niet-beursgenoteerde vennootschap verwerven, de vennootschap hiervan op de hoogte zullen moeten brengen. De kennisgeving moet gebeuren binnen de vijf werkdagen na de verwerving. Ook indien de stemrechten dalen onder de 25% moet de vennootschap hiervan op de hoogte worden gebracht. Deze nieuwe regels werden ingevoerd in een nieuw artikel 515bis van het Wetboek van Vennootschappen door de Wet van 18 januari 2010 (B.S. 26 januari 2010) en traden in werking op 5 februari 2010.
De wet voorziet een overgangsregeling voor personen die 25% of meer van de aandelen bezitten op het moment van de inwerkingtreding van de wet. Zij zullen de melding aan de vennootschap moeten doen binnen een termijn van zes maanden na de datum van inwerkingtreding van de wet, dit wil zeggen uiterlijk op 4 augustus 2010. Deze overgangsbepaling is enkel van toepassing op personen die reeds 25% aanhouden op 5 februari 2010. Indien de 25% drempel overschreden wordt na 5 februari 2010, is een onmiddellijke kennisgeving vereist (d.i. binnen de 5 werkdagen na de verwerving).
Uitbreiding onderzoeksbevoegdheden van de fiscus
Naast de recent ingevoerde mogelijkheid tot uitwisseling van bankgegevens tussen landen, werden voor de administraties in België recent de onderzoeksbevoegdheden uitgebreid.Iedere fiscale administratie blijft haar eigen onderzoeksbevoegdheden behouden, maar sinds 9 januari 2010 mogen zij ook onderzoek uitvoeren voor andere fiscale besturen van de FOD Financiën. Zo kan bijvoorbeeld vanaf nu een ambtenaar van de registratierechten op vraag van een ambtenaar van de directe belastingen onderzoek uitvoeren naar gegevens die dienstig zijn voor onderzoek in het kader van het vestigen van een aanslag in de personenbelasting.
De ambtenaren van de directe belastingen werden bovendien ruimere onderzoeksbevoegdheden toegekend. De wet houdende fiscale en diverse bepalingen van 19 mei 2010 stelt namelijk dat zij dezelfde onderzoeksbevoegdheden krijgen als hun collega’s van de btw. Naast de loutere toegang tot de beroepslokalen, mogen de ambtenaren van de directe belastingen vanaf nu ook alle boeken en bescheiden, die zich in die lokalen bevinden, onderzoeken. Dit betekent dat het nu ook voor hen toegestaan is alle laden en kasten te openen, om deze boeken en bescheiden te vinden.
Addendum: nieuwe Europese verordening inzake de toepassing van de sociale zekerheidswetgeving (Verordening 883/2004)
In onze vorige nieuwsbrief werden de nieuwe regels die voortvloeien uit de nieuwe Verordening 883/2004 reeds besproken. Met betrekking tot de Directeur-grootaandeelhouder (DGA) die zowel in België als in Nederland activiteiten verricht werd ondertussen echter nog iets gewijzigd.Nederland zal immers voor toepassing van de nieuwe Verordening de DGA als zelfstandige aanmerken en niet langer als werknemer. Dit heeft tot gevolg dat de sociale bijdragen louter in de woonstaat verschuldigd zullen zijn.
Sociale bijdragen zelfstandigen
Tot voor kort moest een startende zelfstandige zich aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds binnen de 90 dagen na de aanvang van de zelfstandige activiteit. Met de Programmawet van 23 december 2009 is deze termijn echter afgeschaft. Met ingang van 1 april 2010 dient een zelfstandige zich uiterlijk op de dag van de aanvang van de activiteit aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds naar zijn keuze. Gebeurt de aansluiting laattijdig dan kan een boete opgelegd worden tussen de 500 EUR en 2.000 EUR.Wat betreft de betaling van de sociale bijdragen kan in 2010 uitstel van betaling worden gevraagd voor de eerste drie kwartaalbijdragen. Er zullen geen verhogingen worden aangerekend op voorwaarde dat uiterlijk op 31 december 2010 alle bijdragen betaald zijn of wanneer met het sociaal verzekeringsfonds een terugbetalingsplan werd overeengekomen.
Ook met betrekking tot de terugbetaling van sociale bijdragen is één en ander gewijzigd. Tot op heden was het zo dat terugbetaalde sociale bijdragen in aftrek moesten worden gebracht van de betaalde bijdragen. Wanneer de terugbetalingen de betaalde bijdragen overtroffen, dan werd het saldo niet belast. Deze regeling leidde er toe dat sommige zelfstandigen hun sociale bijdragen kunstmatig opdreven (en dus meer bijdragen betaalden dan wat ze vermoedelijk verschuldigd waren op basis van hun inkomen) om de teveel betaalde bijdragen later belastingvrij terug te ontvangen.
Uit een circulaire van 2 april 2010 (CiRH 241/597.673) blijkt dat de administratie aan deze praktijk een halt wil toeroepen. Uit de circulaire blijkt immers dat in hoofde van vrije beroepers en andere eenmanszaken de terugbetaalde sociale bijdragen altijd geacht zullen worden belastbaar te zijn. De terugbetaalde bijdragen zijn bijgevolg niet meer aftrekbaar van de in dat jaar betaalde bijdragen maar moeten daarentegen bij het belastbaar inkomen worden gevoegd.
Een uitzondering geldt voor bedrijfsleiders. Voor deze laatsten blijft alles bij het oude, wellicht omdat de wettekst voor deze categorie van belastingplichtigen niet toelaat om terugbetaalde sociale bijdragen aan te merken als belastbare inkomsten. De administratie waarschuwt echter wel dat indien blijkt dat de betaalde sociale bijdragen een duidelijk overdreven karakter hebben, de aftrek van deze bijdragen zal worden geweigerd.
Vennootschapsbijdragen 2010
Jaarlijks dient de vennootschap een bijdrage te betalen voor haar statuut van zelfstandige. De hoogte van deze bijdrage hangt af van het balanstotaal van de vennootschap. Is het balanstotaal kleiner of gelijk aan 588.005,65 EUR dan bedraagt de vennootschapsbijdrage 347,50 EUR voor het jaar 2010. Is het balanstotaal hoger dan is 852,50 EUR verschuldigd. De bijdragen zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van 2009. Omdat er voor pas opgerichte vennootschappen geen voorlaatste boekjaar is waarop de bijdrage gebaseerd kan worden, betalen zij de lage bijdrage van 347,50 EUR. Belangrijk om weten is eveneens dat sommige vennootschappen gedurende de eerste drie jaren na hun oprichting onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld kunnen worden van de vennootschapsbijdrage.Studenten tewerkstellen in uw vennootschap: wat zijn de mogelijkheden?
De zomervakantie is in aantocht. Wie in deze periode plant studenten tewerk te stellen, houdt best rekening met volgende punten om dit voor zichzelf en de student op sociaal en fiscaal gebied te optimaliseren.Ten laatste op het ogenblik dat de student (van 15 jaar en ouder) in dienst treedt, kan u namelijk met hem een (schriftelijke) ‘overeenkomst voor de tewerkstelling van studenten’ sluiten. Op dat moment moet ook de DIMONA-aangifte ingediend zijn.
Indien men wilt onderworpen worden aan een voordelig fiscaal en sociaal regime, dient de tewerkstelling beperkt te blijven tot maximum 23 dagen tijdens de zomervakantie (juli, augustus en september) en/of maximum 23 dagen tijdens de periodes van niet-verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstellingen en andere periodes dan de zomervakantie.
Loon
Een student-werknemer maakt aanspraak op hetzelfde loon als de andere loontrekkende werknemers uit de onderneming die dezelfde functie uitoefenen. Een maximumloon is niet bepaald, maar u houdt best rekening met het maximum bruto belastbaar inkomen (voor 2010: 5.897,50 euro) dat wettelijk als voorwaarde wordt gesteld opdat een student fiscaal ten laste kan blijven van de ouders.
Jaarlijks moet een fiscale fiche 281.10 worden opgemaakt met de vermelding van het belastbare totaal van de bezoldigingen die de student heeft ontvangen. Hierop is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd. De student is verplicht zelf een aangifte in de personenbelasting te doen. Indien zijn netto-inkomsten in 2010 niet meer bedragen dan 6.690,00 euro (belastingvrije som), zal hij evenwel geen personenbelasting verschuldigd zijn.
Bijdrageplicht sociale zekerheid
De student is niet onderworpen aan een bijdrageplicht voor de sociale zekerheid, maar er moet wel een solidariteitsbijdrage worden betaald:
- bij tewerkstelling tijdens de maanden juli, augustus en september (maximum 23 dagen): 2,5% ten laste van de student en 5% ten laste van de werkgever.
- bij tewerkstelling buiten de zomervakantie (maximum 23 dagen): 4,5% ten laste van de student en 8% ten laste van de werkgever.
Kinderbijslag
Ouders blijven hun recht op kinderbijslag behouden indien volgende grenzen niet overschreden worden (waarbij best ook rekening wordt gehouden met de grens van 23 dagen):
- Tijdens juli, augustus en september mag een onbeperkt aantal uren gewerkt worden.
- Gedurende de overige kwartalen (1-2-4) mag maximaal 240 uren per kwartaal gewerkt worden.